Hoe een buitenruimte ingericht is, bepaald veel hoe en door wie er gebruik van wordt gemaakt. Dat klinkt logisch en dat is het ook. Een grasveld geeft andere speel- en beweegmogelijkheden dan een (speel)bos. Een zandvlakte, met of zonder water, trekt een ander publiek dan een geasfalteerd plein. Afhankelijk van de wens of behoefte kan een buitenruimte worden ingericht. Een groene omgeving geeft een rustige effect, maar een kronkelig bospaadje is niet ideaal voor mensen met een rollator. Een grasveld is leuk om lekker op te rennen of sporten, maar een skater wil liever dat gladde asfalt.
Er komen veel zaken bij kijken om de buitenruimte zo in te richten dat zo veel mogelijk mensen er een goed gevoel bij hebben. Denk hierbij aan doelgroep, functie, veiligheid, wet- en regelgeving en financiële mogelijkheden.
Als de omgeving inclusief en met meer aandacht voor sensomotoriek moet zijn, vraagt dit een specifieke aanpak. Routes en materiaalgebruik zijn zaken waar dan extra aandacht voor moet zijn.
Naast het inrichten kan het een toegevoegde waarde zijn als er ook een programma op de omgeving wordt gemaakt. Een jeu-de-boules-baan wordt pas echt goed gebruikt als er vaste middagen of competities worden georganiseerd.
Beweegplekken in openbare ruimtes worden pas echt goed gebruikt als de toekomstig gebruikers worden betrokken in het ontwerp en totstandkoming. Ook vooruitdenken is belangrijk. Iets staat er al snel 10 jaar, is het dan nog net zo interessant of bruikbaar?
Tactiek kan helpen bij het opzetten van het project om buitenruimtes zo optimaal mogelijk in te richten. Afgestemd op uw specifieke vraag.